Overstap naar Voortgezet Onderwijs (VO)
In de regio Amersfoort maken jaarlijks veel leerlingen de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs in Amersfoort, Nijkerk, Baarn, Soest, Bunschoten. Alle scholen voor voortgezet onderwijs in deze regio werken samen om te zorgen dat iedere leerling een goede plek in de brugklas vindt. Daarom hanteren zij dezelfde aanmeldprocedure. Zo is het voor iedereen duidelijk hoe de overgang van de basisschool naar de brugklas is geregeld.
Van Basis naar Brug beschrijft de aanmeldprocedure voor ouders/leerlingen en de leerkrachten van groep 8 van de basisschool.

Algemeen
Het schooladvies is het advies van een school over het type voortgezet onderwijs dat het beste past bij een kind. Op basis hiervan kunnen ouders een vervolgschool kiezen voor hun kind.
Basisscholen zijn verplicht een schriftelijk schooladvies te geven. Dit advies wordt toegelicht in een gesprek aan ouders en kinderen en gaat ook naar de vervolgschool. In deze kwaliteitskaart wordt de route gegeven.

In januari ontvangen de leerlingen van groep 8 een voorlopig schooladvies.
Uiterlijk 24 maart ontvangen de leerlingen hun definitieve schooladvies.

Welke gegevens gebruiken we bij het maken van het schooladvies:
-IEP LVS.
Dit zijn de toetsgegevens van de IEP toetsen die twee keer per jaar worden afgenomen.
-Methodegebonden toetsen.
-Kindgesprekken.
Door kindgesprekken te voeren kent de leerkracht de leerlingen en weet ook wat de leerling het liefst zelf wil.
-IEP Hart en Handen.
-Een diagnose of thuissituatie die van invloed is op de leerresultaten van een leerling.

Ook de volgende factoren spelen een rol:
Zelfstandig werken: is uw kind in staat om zichzelf aan het werk te zetten en te houden. Lost het zelf kleine problemen op? Kan uw kind een planning maken en zich eraan houden?
Leermotivatie: vindt uw kind leren leuk? Is het op school en thuis leergierig? Stelt het vragen tijdens de les of zoekt het zelf meer informatie op?
Huiswerkattitude: denkt uw kind zelf aan het huiswerk? Gaat het zelf aan de slag of moet u er zelf bovenop zitten?
Zelfvertrouwen: is uw kind faalangstig en vraagt het voortdurend om bevestiging of straalt het zelfvertrouwen uit?
Concentratie: is uw kind in staat om zich langere tijd te concentreren of is het snel afgeleid?
Doorzettingsvermogen: is uw kind in staat door te zetten, ook al lukt het niet meteen, of wanneer de opdracht minder leuk is